In gesprek: Baas vertelt..

Voordat we alle gasten mogen verwelkomen in een van onze zaken zorgen Gerrit en Walter ervoor dat de zaak er tot in de puntjes verzorgd uitziet. Hoe gaan ze te werk? Wij spreken hier Gerrit, directeur projecten bij Meyer Beheer over.

Hoe ziet jouw functie er momenteel uit?

In mijn functie hou ik mij voornamelijk bezig met het bedenken van toekomstplannen voor nieuwe horecabedrijven. Dit doe ik samen met mijn collega en projectleider Walter. We bedenken nieuwe horecabedrijven, concepten en vormen binnen de concepten. Daarnaast kijken we naar zaken die we verpacht hebben of ze nog up to date zijn zodat ze succesvol blijven.

Hoe bepaal je de plannen?

Bij een nieuwe locatie gaan we naast het bekijken van de tekening ook op field research. We gaan kijken in en rondom de zaak. Zo lopen we een rondje in de stad om te kijken hoe het in de stad werkt. Hoe bewegen de mensen, wat is de loop en hoe kunnen we hier gebruik van maken. Daarnaast is ons onderbuikgevoel leidend. Het moet goed voelen, al bij de eerste ontmoeting. Als we hiermee door willen gaan, gaan we de rest uitvoeren. Zo kijken we naar wat de zaak van binnen nodig heeft om succesvol te zijn. Kort samengevat: We nemen alle aspecten onder de loep die uiteindelijk zorgen voor een ideale situatie voor zowel de gast als voor de medewerker.

Hoe zorg je voor een ideale situatie voor zowel de gast als voor de medewerker?

Er zijn uiteindelijk veel factoren die meespelen om de ideale situatie te creëren. Voornamelijk licht en geluid zijn belangrijke factoren, maar zelfs de luchtstroom speelt mee. Om een bepaalde situatie te creëren kunnen we ook de looprichting sturen. Er zijn veel kleine dingen die mensen onbewust een richting laten kiezen in een bedrijf. Daar proberen we gebruik van te maken. Soms is zelfs de nerfrichting van een tafel al genoeg.

Zijn je werkzaamheden veranderd door de jaren heen?

In het begin deed ik de bedrijfsleiding. Ik kom uit het nachtleven waar ik zelf werkzaam was op de vloer of de bedrijfsleider opleidde. Ik stond zelf ook aan de deur. Dan deed ik ‘s nachts het controlerend werk en was ik de trouble shooter om eventuele technische problemen op te lossen.

Leuk om te vertellen, is dat de Dj’s bijvoorbeeld vroeger de Wc’s poetsten. Iedere dj die bij ons kwam draaien wist dat, zo kwam het dat ook Tiësto vroeger gewoon de toiletten schoonmaakte. Op die manier waren we allemaal tegelijk klaar en konden we samen de afsluit borrel(s) drinken.

Nu zijn mijn werkzaamheden specifieker doordat we meer kennis in huis hebben gehaald. Momenteel hebben we op het service kantoor meerdere afdelingen waaronder marketing en HR. Dit deden wij vroeger allemaal zelf. Ik kan nu met een mailtje hetzelfde bereiken waar ik vroeger een dag overdeed. De hele organisatie die nu draait is voor mij een enorme ontlasting. Doordat de taken nu verdeeld zijn over de afdelingen.

Het is door de jaren heen wel bewezen dat we samen tot dit succes zijn gekomen. We hebben iedereen in het bedrijf nodig om ervoor te zorgen dat het loopt zoals het nu loopt. Van de afwasser tot de financieel directeur. Alles wat er tussen zit is even belangrijk voor het succes. Naar je gast toe en naar je collega toe, want je kan niet zonder de ander. Als er ergens een poppetje ontbreekt dan merkt iedereen dit in de directe omgeving.

Veel veranderd dus in de loop der jaren. Als je nu je werkdag zou kunnen omschrijven, hoe ziet die er dan uit?

Meestal begint de dag met mails checken of er dringende zaken zijn vanuit de bedrijven die meteen aandacht vragen. Dan het liefst een bezoekje aan een leverancier of collega voor een cappuccino en een praatje. Daarna werk ik vanuit kantoor om samen met Walter tekeningen of offertes te beoordelen voor verbouwingen en nieuwe concepten. Daar kruipt altijd veel tijd in.

Door de verschillende afdelingen is mijn werk minder intensief en gedetailleerd geworden. Waar ik aan de andere kant veel naar details kijk want deze maken het verschil. Wij bekijken heel veel plaatjes zoals het doorzoeken van b.v. Pinterest. Hier halen wij heel veel inspiratie uit. Wat is nieuw, wat is bruikbaar en wat is de trend. Wat blijft, dat is voor ons het belangrijkst. Als we een zaak bouwen willen we dat die nog zeker 15 jaar mee gaat. Iets wat nu echt hot is daar zullen wij voor het interieur niet snel voor kiezen. We proberen ook steeds meer gebruik te maken van duurzame materialen. Zo gaan we naar beurzen toe om de nieuwe producten te bekijken. Mijn favoriet is de Materie, nieuwe materialen en toepassingen zoeken en die in een voor het publiek vertrouwd voelende omgeving plaatsen.

Op het moment zijn we ook veel bezig met geluidswerende dingen. Akoestiek wordt steeds belangrijker. Hierin gaan we kijken wat echt werkt en wat er over geschreven wordt. Dit testen we dan ook vaak uit in een zaak.

Wat vind je het leukste in dit werk?

Om dit uit te leggen heb ik een goed voorbeeld namelijk Moeke Rhenen, dat was voorheen Tante Loes en dat had behoorlijk wat potentie. Het personeel werkte daar met veel plezier. Ze waren heel goed in hun vakgebied, in hun stijl. In Tante Loes stijl. Maar die stijl was niet meer rendabel, dat was over. Toen zijn we daar de tweede Moeke gaan bouwen. Een zaak die we voor het eerst naar een al bedacht marketing concept hebben ontworpen. Maar dan komt het, het personeel. Het personeel moet Moeke omarmen en daar hun zaak van maken.

Als het personeel zo’n zaak en verhaal omarmt en daarmee aan de slag gaat en eigen maakt, en trots is op wat ze doen. Dus echt de zaak zijn, dat vind ik het mooiste wat er is! En als het publiek dan beweegt zoals we bedacht hebben, en we hiermee dus het maximale uit de setting halen met z’n allen, dan vind ik dat wij het hoogst haalbare hebben.

Gasten moeten aan het einde van een bezoek een fijne tijd hebben gehad. Dat is het belangrijkste. Dan komen we ook gelijk terug op het onderbuik gevoel. Het moet er fijn zijn. Wij bouwen dan ook een zaak eigenlijk voor de eerste 5 minuten bij binnenkomst van de gast. De stoel moet lekker zitten en de tafel moet op de juiste hoogte staan, er moet nergens hinder van ondervonden worden. De details moeten allemaal kloppen. Maar of het tafelblad nu paars of bruin is, dat maakt uiteindelijk helemaal niets uit. Als je aan gasten vraagt; hoe ziet een Moeke eruit, dan moeten ze nauwelijks antwoord kunnen geven. Als ze antwoorden met gewoon gezellig dan hebben de gasten een fijne tijd gehad. Het interieur telt mee aan de beleving maar het gaat om de totale ervaring. Uiteindelijk is wat op je bord ligt en de bediening die oprechte aandacht geeft aan tafel het belangrijkst.

Welke uitdagingen kom je nog meer tegen?

De grootste uitdaging voor mij zelf is om niet oud te worden. En dan bedoel ik in denkwijze en het ervaren van de horeca. Vroeger behoorde mijn broer (Laurens Meijer), Walter en ik tot de grootste doelgroep. Toen bouwden we gewoon wat we zelf leuk vonden. Nu worden wij ouder en wat wij nu bouwen moet in de toekomst nog steeds relevant zijn en aansluiten op de juiste doelgroep. Wij zijn nu dus niet meer “de norm” .

Het is nu niet meer zo interessant of wij het zelf nog leuk vinden. Het is interessant dat de zaak vol zit en geeft waar de doelgroep naar vraagt. Blijven kijken en blijven luisteren naar de doelgroep, dat is voor ons heel belangrijk in ons werk.

Luisteren naar wat mensen willen betekent echter niet alles meteen toepassen wat de grootste groep op dit moment roept. Vaak zijn dingen ook een huidige trend maar verdwijnen ze ook weer. Het is de kunst om iets te bouwen wat interessant blijft. Daarom is het belangrijk om te blijven kijken waarom bepaalde dingen een trend zijn en waarom mensen dingen vinden. Wat is de intrinsieke sturing, willen ze het ook echt of is dit het meest populaire om te roepen.

Welke tip heb je nog voor de aankomende horecabazen?

Praat en luister. Met je gasten, met je collega’s en met je leidinggevende.

Praat over wat je ziet, over wat je voelt of wat je meemaakt. Praat over wat er leuk is, maar ook; praat over wat je niet bevalt. Zwijg niet en voer een gesprek met elkaar. Als er iets niet goed is dan willen we het weten. Dan kunnen we het verbeteren of kunnen we vertellen waarom het zo is. Als je praat dan heb je verbinding met elkaar en dan wordt je een familie. Dan is de horeca het mooiste vak wat er is!